Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die [36]Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem [37]bekennen. 36. Zie Deut.13:13. 37. Zie Gen.19:5.